Starters betalen geen overdrachtsbelasting
Het is van algemene bekendheid dat het als gevolg van de gestegen woningprijzen voor starters zeer moeilijk is een koopwoning te verwerven. Dik-Faber (CU) en Ronnes (CDA) van de Tweede Kamer hebben in 2019 verzocht een onderzoek in te stellen met als doel de koopwoningmarkt voor starters toegankelijker te maken en voor beleggers te ontmoedigen. De staatssecretaris heeft hierover op 17 juni een verkenningsonderzoek naar de Tweede Kamer gestuurd. Starters zouden geen overdrachtsbelasting moeten betalen.
Starters betalen geen overdrachtsbelasting per 1 januari 2021. Op prinsjesdag 2020 is daartoe het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting ingediend.
Voorwaarden voor de vrijstelling van starters voor de overdrachtsbelasting zijn:
- de verkrijger moet minimaal 18 jaar zijn;
- de verkrijgen moet jonger zijn dan 35 jaar;
- er moet een woning of een recht waaraan een woning is onderworpen worden verkregen;
- deze woning moet anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt gaan worden;
- de vrijstelling mag niet al eerder zijn gebruikt;
- de vrijstelling geldt niet als slechts economische eigendom wordt verkregen (art. 15, lid 8 WBR).
Bij gemengde panden moet een splitsing plaatsvinden in een woningdeel en een niet-woning deel. Deze splitsing kan echter achterwege blijven als de onroerende zaak voor 90% of meer bestemd is voor bewoning.
Een bijkomend gunstig effect van de startersvrijstelling is de maximaal mogelijke financiering. Bij aankoop van een woning van €300.000 betaalt u €6.000 OVB en €1.000 kosten. De starters kunnen slechts 100% van de aankoopprijs, zijnde €300.000 bancair financieren. Dit is geregeld in de Tijdelijke regeling hypothecair krediet. In dit voorbeeld moet de koper €7.000 eigen geld meenemen. Dankzij de nieuwe vrijstelling hebben starters in 2021 slechts €1.000 eigen geld nodig.
Een partner ouder dan 35 jaar
Bij stellen die samen een woning kopen, is het denkbaar dat de een de vrijstelling krijg en de ander niet. Dat gaat spelen in situaties waarin de een van de starters jonger is dan 35, terwijl de andere starter 35 of ouder is. Bij een woning van €300.000 en 50/50 eigendomsverhouding is dan €3.000 OVB verschuldigd (2% over €150.000).
35 jaar
Verwarrend is dat de leeftijdgrens voor de startersvrijstelling 35 jaar is, terwijl deze voor de woningschenkvrijstelling in de Successiewet 40 jaar is. Een ander verschil is dat anders dan in de SW je voor de vrijstelling OVB niet de leeftijd van de partner kunt gebruiken.
Uitstellen
Starters doen er wellicht verstandig aan om hun aankoop uit te stellen tot 2021. Beleggers zullen met het oog op de verhoging van het tarief tot 8% juist geneigd zijn om hun aankopen naar voren te halen. Hetzelfde geldt voor de kopers van vakantiewoningen. Beslissend voor de vrijstelling en/of het tarief is overigens niet het tijdstip van de koop, maar dat van de levering.
Meer weten? Stel tijdens kantooruren gerust uw vraag middels de chat of kijk hier.
Blij met mijn fiscale tip?
Wees sportief en gun mij een kop koffie 😉.